Eurozone Vermijd Recessie Maar Inflatie Versnelt

Eurozone Vermijd Recessie Maar Inflatie Versnelt

●        Economie van Spanje, Frankrijk, Italië groeit; maar Duitsland stagneert
●        ECB en Fed nemen deze week rentebesluit
●        Energiecrisis mag nog niet worden afgeschreven, waarschuwen analisten

Uit data die vorige week vrijdag werd vrijgegeven, bleek dat de Eurozone nipt een recessie heeft vermeden in het eerste kwartaal dit jaar. De economie groeide met 0,1%, een cijfer waaraan Spanje en Italië het meeste bijdroegen. Duitsland rapporteerde onverwacht geen groei.

Er was tegelijkertijd ook slecht nieuws te melden vorige week, met stijgende inflatie voor de maand april in zowel Frankrijk als Spanje.

Gisteren volgden de inflatiecijfers voor de hele Eurozone. Hieruit bleek dat de kerninflatie (wat geen rekening houdt met volatiele elementen zoals energie en voedsel) voor de eerste keer in 10 maanden is gedaald. Dit is belangrijk, aangezien dit soort prijsdruk moeilijker onder controle valt te brengen. Moest deze trend zich doorzetten, kan het euro-negatief werken. De ECB wil immers voorzichtig zijn met renteverhogingen, aangezien deze een drukkend effect hebben op economische groei. Moest de kerninflatie dalen, is er dus ook geen reden om de rente nog veel hoger te doen stijgen.

Een tweede element dat de ECB kan beïnvloeden is de kredietverlening van Europese banken. Hierover kwam gisteren een verslag uit, waaruit bleek dat banken voorzichtiger zijn geworden wanneer het aankomt op het vertrekken van leningen sinds de Credit Suisse crisis. Dit heeft een impact op de economie, aangezien bedrijven die moeilijker kunnen financieren minder kunnen bijdragen aan de economie. Alles wijst er dan ook op dat er morgen wordt gekozen voor een stap van 0,25%.

Het is welbekend wat voor effect de sterke dollar in combinatie met de Europese energiecrisis had op de euro-dollar koers in 2022.

Sindsdien zijn gasprijzen weer gestabiliseerd, maar toch waarschuwen analisten dat de energiecrisis in Europa nog niet voorbij is. Prijzen zijn dubbel zo hoog als twee jaar geleden, en aardgas bedraagt nog steeds 25% van de totale energieconsumptie op het Europese vasteland.

Bepaalde analisten verwachten dat de euro hierdoor onder vernieuwde druk zal komen te staan. Als precedent wijzen ze hier naar Japan. Na de ramp in Fukushima paste het land zijn energiebeleid drastisch aan, en werd het minder afhankelijk van nucleaire energie. Dit leidde tot jarenlange handelstekorten, wat bijdroeg tot een verzwakkende Japanse Yen (de valuta verloor 40% van haar waarde sinds 2010).


In de huidige context wordt het euro-dollar paar voornamelijk gedreven door het verschil in rentebeleid tussen de Fed en de ECB. Deze laatste heeft volgens recente schattingen nog zo’n 0,75% aan renteverhogingen door te voeren, terwijl de Fed waarschijnlijk een stop gaat inlassen.

Toch verwachten valuta-analisten bij onder andere Danske Bank AS in Kopenhagen dat hogere gasprijzen op lange termijn een grotere impact zullen hebben. Zij zien een euro-dollar koers van 1,06 in 6 maanden en 1,03 in 12 maanden tijd, wat tegen de huidige consensus ingaat. Het gemiddelde van alle bank voorspellingen ligt op 1,12 tegen het einde van het jaar.

Lees je graag een meer diepgaand rapport over EUR/USD en EUR/GBP? Klik dan op onderstaande links om de analyse van hoofdeconoom Joe Tuckey te lezen.

Bron: Argentex

Terug naar nieuws

Neem contact met ons op